Koen Delaere maakte in de afgelopen periode 14 werken op papier in acryl, olieverf, pigment, alkyd en acrylmedium op het formaat 70 x 50 cm. Deze werken worden online only aangeboden door de galerie. Prijs 900,- euro incl. BTW.
Voor meer informatie kunt u contact met ons opnemen.
ABOUT DANCING
Interview van Thomas Swinkels met Koen Delaere naar aanleiding van de nieuwe serie werken op papier About Dancing voor Galerie Gerhard Hofland.
TS:
Dank voor je uitnodiging voor dit interview. Je zei me laatst dat je zin had weer op papier te werken. Kun je iets zeggen over hoe deze serie zich verhoudt tot je schilderijen?
KD:
Dat heeft vooral met een andere energie en een ander soort focus te maken. Een schilderij maak ik als één ding, dan ligt mijn hele focus binnen dat ene frame. Bij de series op papier werk ik aan tientallen werken tegelijkertijd. Ik krijg dan een soort verspreide focus waarbij ik verschillende gedachten tegelijkertijd kan inzetten. Er ligt ook een andere bevrediging in het ‘produceren’. Ik ben op zoek naar een punt dat het lichaam het proces overneemt van mijn hoofd. Dat kan door mijn hoofd leeg te maken, dat kan ook door teveel gedachten toe te laten.
TS:
Ja dat fysieke element vind ik heel mooi in je werk. Het klinkt alsof je voorwaarden creëert waarin het fysieke het over kan nemen. In het geval van de canvassen in de onhandelbaarheid van het object, en in de seriematige werken op papier een onbeheersbaarheid van een info-overload.
Hoe zie je dat fysieke in je werk in relatie tot de huidige situatie, waarin aan ons allemaal wordt gevraagd dat fysieke juist in te perken en strict te controleren?
KD:
In deze tijd van Corona en alle restricties die dat met zich meebrengt komt nog extremer naar voren wat ik al een tijd voel en onderzoek. In wezen zijn bepaalde vormen van kennis in onze tijd ondergewaardeerd. We doen veel ervaringen op via een filter, dus zonder het zelf te ervaren maar het via een ander te ervaren. Nu is dat nog veel extremer dan voor de Corona-crisis. Het is schijnbaar genoeg om kennis te nemen van een al bestaande ervaring om die te bezitten. Het inzetten van mijn lichaam is een manier om ervaring als praxis aan te gaan. Het gebruik van een lichaam dat zijn eigen kennis inzet zonder altijd te weten wat die kennis is of waar die vandaan komt.
Ik ervaar in deze periode echt een lichamelijk gemis. Er is iets dat je lijf mist als we niet in groepen kunnen dansen, sporten, samen kunnen zijn. Het is absoluut niet hetzelfde om in je eentje te dansen op een audio-file van een concert uit 1987 in tegenstelling tot de fysieke ervaring dat met duizenden tegelijk te doen en een gezamenlijke ontlading te hebben.
TS:
Ja inderdaad, het lijkt erop dat soms wordt vergeten hoe belangrijk die directe beleving van de wereld is. Het gemis van die intimiteit gaat veel verder dan alleen het ontbreken van ontspanning of esthetisch genot.
Maar nog even terug naar de serie papierwerken, ik zag dat je weer werkt met het golfmotief uit eerdere werken, grijp je vaker terug op oudere motieven en methodes in je werk? En kun je iets zeggen over het belang van die repetitieve handelingen?
KD:
Ik zie werken op papier, als één groeiend geheel, waar om de zoveel tijd nieuwe exemplaren bijkomen. De onderlagen zijn vaak heel divers en kunnen alle kanten op schieten, van geschreven taal via figuratieve elementen en ‘plein air’-tekenen naar pure handeling. De laatste laag van het reliëf schakelt alles gelijk en plaatst het in het geheel. Ik vind het interessant om door die repeterende laag heen te kijken naar wat daar achter gebeurt. In wezen zijn het het hele impulsieve acties die ingekaderd worden.
Bij jouw vraag moet ik ook denken aan Brian Eno’s uitspraak ‘repetition is change’ en dat je dat motto om kunt draaien naar ‘change is repetition’.
TS:
Ja ik merk dat ik bij het kijken naar de werken op papier op zoek ga naar een voorstelling, alsof ik wordt geconfronteerd met een ‘nabeeld’.
Ik moest ook terugdenken aan de gesprekken die we hadden over de films van de Safdie Brothers (Good times & Uncut gems) waarin muziek en tempo een belangrijke rol spelen. Die verschillende tempo’s in je werk, tussen de werken op papier en grote doeken, zie je ook terug in het daadwerkelijke beeld. Alsof je het schilderij kunt lezen als een songtrack. Is dat iets waar je mee speelt in het werk, die tijdsbeleving?
KD:
Bij die films van de Safdie Brothers vind ik met name die formele aspecten zo interessant. Hoe dat gefilmd is, de kadrering van de shots, de montage. In ‘Uncut Gems’ heb je voornamelijk shots die het personage op de huid zitten of afstand shots, bijna niets daartussen in.
In feite vertelt de vorm het verhaal. Die formele aspecten bepalen de inhoud. Dat zie ik ook in romans van JG. Ballard, poëzie van H. Mullen of G. Sorrentino, muziek van Girlband of Oneohtrix Point Never.
Het ‘hoe’ plaats ik heel erg naar de voorgrond, wat betreft de verschillende tempo’s. Daarmee haal ik ook de vanzelfsprekendheid van mijn acties eruit. Doordat er zo’n 18 maanden tussen de groepen werken op papier zit, is het ook weer volledig nieuw om te doen. Bij de schilderijen werkt dat ook zo, maar met kortere perioden, periodes waarin ik intensief veel maak, wissel ik af met periodes waarin ik niet werk. Ik maak een groot verschil in actieve en inactieve tijd. Bepaalde systemen wil ik uitputten en dan weer tot rust laten komen.
TS:
Deze tijd verplicht ons allemaal tot stilstand, het verlangen om weer dingen te bezoeken en te zien is bij iedereen groot. Ik begreep dat je deze zomer een tentoonstelling cureert bij Gerhard Hofland. Hoe gaat die show eruit zien?
KD:
Het wordt een tentoonstelling op 2 locaties in Amsterdam, bij Gerhard Hofland en in de nieuwe ruimte ‘Project Space On The Inside’ van Henk en Annemarie Stallinga. Vorig jaar hebben we samen een grote tentoonstelling georganiseerd in Basel. Dit is een vervolg op die samenwerking. Het wordt de eerste tentoonstelling in hun ruimte met een zeer mooi internationaal programma.