previous exhibition
previous exhibition

Sensuts

Sensuts

Koen Doodeman

Koen Doodeman

Opening zaterdag 28 oktober van 17:00 – 19:00 uur
28/10 – 02/12 2023

In deze werkelijkheid daalt het stof langzamer neer

Ooit stond in de galerieruimte van Gerhard Hofland aan de Amsterdamse Bilderdijkstraat een Strelitzia Nicolai, oftewel de witte paradijsvogelbloem. Zijn enorme lancetvormige felgroene bladeren groetten vanuit het zonovergoten galerieraam aan de straatzijde de passanten en de galeriebezoekers. De van oorsprong tropische plant genoot zonnige tijden in de galerie en groeide tot aan het plafond – wat uiteindelijk zijn ondergang werd. De plant is inmiddels weg uit de galerie en vervangen door een kleiner alternatief.

In Sensuts, Koen Doodemans tweede solotentoonstelling bij Gerhard Hofland Gallery, toont de kunstenaar zes nieuwe werken die het midden houden tussen schilderkunst en textiel. Doodeman is geïnteresseerd in het tussenmoment van hechting van beeld in een drager die niet eigen is. Zijn werken tonen een kantelpunt tussen een driedimensionale dieptewerking en een tweedimensionaal beeld, tussen schering en inslag, tussen materie en illusie, tussen het ‘hier en nu’ en het ‘daar en toen’. Zijn werk beslaat een spectrum tussen schilderkunst en textiel, waarbij het nooit honderd procent het een of het ander is. Het kantelpunt, het tussenmoment dat Doodeman zoekt, ligt altijd ergens op dit spectrum. Doordat zijn werk altijd een ander punt tussen deze twee uitersten is, zijn meerdere kijkmanieren mogelijk. Zo is het heel interessant om vanuit schilderkunstig perspectief naar een textielwerk te kijken, en vice versa. Toch doen al zijn werken bij ons de vraag oproepen: wat zien we eigenlijk?

Die vraag is zeer aanwezig tijdens het bekijken van het werk Untitled (Breuer chair). In eerste instantie zien we een fysiek werk in het hier en nu, bestaande uit draden, kleuren en structuren. Hoe langer we ernaar kijken, hoe meer we ons kunnen verliezen in een nieuwe realiteit die verscholen ligt in de schilderkunstige illusie. We kunnen langzaam een ruimte ontwaren, en misschien in de lijnen van de tartan de klassieke buisframestoel herkennen. Doodeman hanteert sinds enkele jaren de tartan als beeldelement in zijn werken. De combinatie van overlappende lijnen die samen een ruitpatroon vormen is een universeel beeld dat zijn oorsprong vindt in de structuur vanwaaruit textiel is opgebouwd. Tegenwoordig is het vaker gereduceerd tot een print op een tas of een kledingstuk. De tartan wordt zo een kopie van zichzelf.

Doodeman probeert het tussengebied te zoeken tussen die meerdere realiteiten en staat ruimte toe om continu ons actief te bewegen hiertussen. Om te kunnen bepalen in welke realiteit we ons bevinden, kunnen we ons alleen vasthouden aan onze zintuiglijke waarneming. Wat onze ogen, oren en fysieke aanwezigheid ons aan informatie geeft, geeft richting aan onze definitie van werkelijkheid. Zo noemt Doodeman als voorbeeld de film eXistenZ uit 1999, geregisseerd door David Kronenberg. In de film bewegen personages zich door verschillende lagen van gaming en (sur)realiteit. Om te kunnen bepalen in welke laag van de realiteit zij zich bevinden, neemt een van hen zand en laat dit uit zijn hand glijden. ‘In deze werkelijkheid daalt het stof langzamer neer,’ zegt hij. In deze werkelijkheid geeft niets behalve het fysieke effect van de zwaartekracht ons de informatie om te weten dat wij ons in de realiteit bevinden. En op eenzelfde manier benadert Doodeman zijn relatie tot de fysieke en zintuiglijke werkelijkheid.

De aanleidingen voor onderwerpen in Doodeman’s werken vindt hij in het doorgronden van zijn eigen achtergrond, ideeën en positie in de wereld: niet in de eindbestemming, maar juist in de zoektocht hiernaartoe. Hij maakt werk om de diverse lagen van zichzelf te snappen. Hij stelt zichzelf continu vragen, om er vervolgens steeds achter te komen dat er geen antwoord hoeft te zijn. De actie van het bevragen leidt je dichter tot het antwoord dan het eigenlijke antwoord: voor Doodeman is deze actie van bevragen het maken van werk. Uiteindelijk is er slechts één ijkpunt waar alles uit voortkomt: de zintuiglijke waarneming.

Als startpunt voor de werken in Sensuts bewerkt hij digitaal foto’s door Lightleak-filters toe te passen: filters die worden gebruikt om digitaal gemaakte foto’s het karakter van analoge fotografie te geven, door bijvoorbeeld een illusie van een overschot aan licht dat de lens binnenvalt. Vervolgens vertaalt hij de kleurvlakken naar de vijf hoofdkleuren uit het CMYK-kleurenpalet: cyaan, magenta, geel, wit en zwart. Hier destilleert hij op grote, papieren vellen zes lagen uit: 3 vellen voor de schering, 3 vellen voor de inslag. Elke eerste, vierde, zevende draad en zo verder krijgt een eigen kleur. Deze vellen legt Doodeman vervolgens onder het weefgetouw en verft de draden met acrylinkt in de corresponderende kleur. Deze werkwijze herhaalt hij zes keer, totdat de drie schering- en drie inslagvellen gezamenlijk één geweven beeld vormen. Dit proces is nooit helemaal te controleren, maar dat is precies waar het Doodeman om draait. Juist die verschuiving tussen twee beeldlagen geeft visueel verwarring, maar maakt het beeld tastbaar op een zintuiglijk niveau. Door het proces tussen origineel – als we al van een origineel kunnen spreken – en kopie te laten zien, laat Doodeman het beeld van de drager splitsen waardoor je de positie van het beeld ten opzichte van die drager kan gaan bevragen: wortelt het of raakt het juist onthecht?

De titel Sensuts is een verwijzing naar sunsets, of zonsondergangen. Door de klinkers om te wisselen wordt de titel een constructie van het woord dat we wel nog als zodanig herkennen, maar tegelijk ook erkennen dat het niet het originele woord is. Op dezelfde manier construeert Doodeman zijn zonsondergangen: het zijn reconstructies of representaties van zonsondergangen, vertaald van natuurfenomeen, via fotografie en een digitale bewerking, naar een geweven werk.

Een van de werken in Sensuts draagt dezelfde titel. Doodeman combineert in het beeld twee afbeeldingen van zonsondergangen – iets algemeens wat we elke dag meemaken – en plaatst deze horizontaal en verticaal over elkaar. De plaatsing heeft een vervlakking als effect: in plaats van het weidse, driedimensionale effect van een real-life zonsondergang, wordt juist de platheid in Doodemans werk benadrukt en blijft het in de ondiepte hangen. De twee zonsondergangen heffen elkaar als het ware op. Waar de zonnen elkaar raken, is de geweven draad nagenoeg wit. Eromheen is een schakering van geel, rood, blauw, zwart en wit. Vanaf een afstand lijken ze zowel nog los te onderscheiden van elkaar als gezamenlijk patronen, kleurmengingen en nieuwe texturen te vormen. Het hangt ergens tussen een figuurlijke afspiegeling en een abstracte voorstelling: een tipje van de sluier van interpretatie wordt slechts gegeven bij het lezen van de titel. Toch draagt het werk uit dat het niet erop uit is om verklaard te worden, maar om naar gekeken te worden. Of sterker: om zintuiglijk ervaren te worden.

Terug naar de Strelitzia Nicolai. De kamerplant die ofwel uitgroeit tot buitenproportionele groottes – zoals in Galerie Gerhard Hofland–, ofwel met geen mogelijkheid in leven is te houden – zoals in de huiskamers van Doodeman en deze auteur. De paradijsvogelplant vormt tevens het uitgangspunt voor het grootste werk in Sensuts. Op enkele plekken is een nerf of de ronding van een blad te herkennen; op andere plekken leidt de tartan vooral ons oog door de voorstelling; op sommige plekken versmelten blad en tartan en kan iets beide zijn. De Strelitzia Nicolai is een plant van uitersten die in het kille Nederland alleen gedijd in kunstmatige klimaten. De plant probeert zich continu aan te passen aan zijn onnatuurlijke omgeving: telkens ergens zwevend tussen opbloeien en uitbloeien, naarmate we onze waterbeurten goed weten te timen. ‘Misschien is het ook wel onze meest basale verwondering dat we als mens illusies kunnen maken’, aldus Doodeman. Zowel als kunstenaar in het maken van schilderkunstige, driedimensionale illusies op tweedimensionale dragers als in het creëren van artificiële omgevingen voor planten die we als samenleving te prachtig vinden om niet in onze woonkamer te nemen – of in onze galerieruimte.

Tekst door Linda Köke, 2023.

Opening Saturday  28 October van 5 – 7 PM
28/10 – 02/12 2023

In this reality, the dust settles more slowly

A Strelitzia Nicolai, or white bird of paradise flower, once stood in Gerhard Hofland’s gallery space located in Amsterdam’s Bilderdijkstraat. Its huge lancet-shaped bright green leaves greeted passers-by on the street side and gallery visitors from the sunlit gallery window. The originally tropical plant enjoyed sunny times in the gallery and grew up to the ceiling – which eventually became its downfall. The plant is now gone from the gallery and replaced by a smaller alternative.

In Sensuts, Koen Doodeman’s second solo exhibition at Gerhard Hofland Gallery, the artist shows six new works that balance on the line between painting and textiles. Doodeman is interested in the in-between moment of attachment of an image in a support that is not its own. His works show a tipping point between a three-dimensional depth effect and a two-dimensional image, between warp and weft, between matter and illusion, between the ‘here and now’ and the ‘there and then’. His work covers a spectrum between painting and textiles, where it is never one hundred per cent one or the other. The tipping point, the in-between moment Doodeman seeks, always lies somewhere on this spectrum. Because each of his works is always a different point between these two extremes, multiple ways of viewing are possible. For instance, it is very interesting to look at a textile work from a painterly perspective, and vice versa. Still, all his works raise the question with us: what are we actually looking at, and what are we seeing?

That question is very much present while viewing the work Untitled (Breuer chair). Initially, we see a physical work in the here and now, consisting of threads, colours and structures. The longer we look at it, the more we can lose ourselves in a new reality hidden in the painterly illusion. We can slowly discern a space, and perhaps recognise in the lines of the tartan the classic tube-frame chair. Doodeman has been using the tartan as a visual element in his works for several years. The combination of overlapping lines that together form a tartan pattern is a universal image that has its origins in the structure from which textiles are constructed. Today, it is more often reduced to a print on a bag or garment. The tartan thus becomes a copy of itself.

Doodeman tries to seek the in-between area between these multiple realities and allows space for us to continuously actively move between them. To determine which reality we are in, we can only rely on our sensory perception. What information our eyes, ears and physical presence give us guides our definition of reality. As an example, Doodeman cites the 1999 film eXistenZ, directed by David Kronenberg. In the film, characters move through different layers of gaming and (sur)reality. To determine which layer of reality they are in, one of them takes sand and lets it slip from his hand. ‘In this reality, the dust settles more slowly,’ he says. In this reality, nothing except the physical effect of gravity gives us the information to know that we are in reality. And in a similar way, Doodeman approaches his relationship to physical and sensory reality.

Doodeman finds the inspiration for subjects in trying to understand his own background, ideas and position in the world. He finds his answers not in the final destination, but rather in the search for it. He makes work to understand the various layers of himself. He continuously asks himself questions, only to find out each time that there doesn’t have to be an answer. The action of questioning leads you closer to the answer than the actual answer: for Doodeman, this act of questioning is the making of work. Ultimately, there is only one benchmark from which everything emerges: sensory perception.

As a starting point for the works in Sensuts, Doodeman digitally manipulates photographs by applying Lightleak filters: filters used to give digitally taken photographs the character of analogue photography, by, for instance, creating an illusion of excess light entering the lens. He then translates the colour areas into the five main colours from the CMYK colour palette: cyan, magenta, yellow, white, and black. From this, he distils six layers on large, paper sheets: 3 sheets for the warp, 3 sheets for the weft. Each first, fourth, seventh thread and so on is given its own colour. Doodeman then puts these sheets under the loom and dyes the threads with acrylic ink in the corresponding colour. He repeats this process six times, until the three warp and three weft sheets together form one woven image. This process can never be completely controlled, but that is exactly what its appeal is to Doodeman. It is precisely this shift between two layers of images that creates visual confusion, but makes the image tangible on a sensory level. By showing the process between original – if we can even speak of an original – and copy, Doodeman splits the image from its support, allowing you to start questioning the image’s position in relation to that support: does it attach itself or does it become detached?

The title Sensuts is a reference to sunsets. By switching the vowels, the title becomes a construction of the word we still recognise as such, but at the same time we are aware of the fact that it is not the original word. In the same way, Doodeman constructs his sunsets: they are reconstructions or representations of sunsets, translated from natural phenomenon, through photography and a digital edit, into a woven work.

One of the works in Sensuts bears the same title. In the image, Doodeman combines two images of sunsets – something common that we experience every day – and superimposes them horizontally and vertically. The placement has a flattening effect: instead of the expansive, three-dimensional effect of a real-life sunset, it actually emphasises the flatness in Doodeman’s work and lingers in the shallowness. The two sunsets cancel each other out. Where the suns meet, the woven thread is almost white. Gradients of yellow, red, blue, black and white surround it. From a distance, the colours of each thread appear to be both distinguished separately from each other as well as collectively forming patterns, colour blends and new textures. It hovers somewhere between a figurative reflection and an abstract representation: a hint of interpretation is given only on reading the title. Yet the work conveys that it is not out to be explained, but to be looked at. Or stronger: to be sensorially experienced.

Back to the Strelitzia Nicolai. The houseplant that either grows to disproportionate sizes – as in Galerie Gerhard Hofland – or is impossible to keep alive – as in the living rooms of Doodeman and this author. The bird of paradise plant is also the starting point for the largest work in Sensuts. In some places, a vein or the curve of a leaf can be recognised; in others, the tartan mainly guides our eye through the representation; in some places, leaf and tartan merge and something can be both. The Strelitzia Nicolai is a plant of extremes that thrives in the chilly Netherlands only in artificial climates. The plant is constantly trying to adapt to its unnatural environment: hovering somewhere between blooming and flowering each time, as we manage to time our watering well. ‘Perhaps it is also our most basic wonder that we as humans can create illusions,’ says Doodeman. Both as artists in making painterly, three-dimensional illusions on two-dimensional supports and in creating artificial environments for plants that we as a society find too wonderful not to take into our living room – or into our gallery space.

Tekst by Linda Köke, 2023.

28/10 – 02/12
28/10 – 02/12

Artists

Artists