Koen Doodeman, Untitled 4, 2020, patchwork (cotton), 180 x 130 cm.
previous exhibition
previous exhibition

Non Radar

Non Radar

Koen Doodeman

Koen Doodeman

 

 

 

During the Art Weekend we will be organising an exhibition of alumni from the Rijksacademie, Koen Doodeman. Doodemans work consists of painted textile patterns that form an abstract or figurative image after hand weaving the textile into the canvas. The woven work are very tactile and the image is woven into the work itself.

In the work of Koen Doodeman metaphor becomes an essential apparatus through which our nebulous human subjectivity can be grasped. Doodeman’s work surveys a glissade between an image and its carrier. It investigates shifts between concrete symbol/signal and decorative abstraction as well as the latent potential of forms between the two to communicate over long distances or be obscured in proximity. In this way, Doodeman creates work through which we can turn inwards and examine our own interpretive mechanisms. As we engage with his bold strokes of intersecting colour we are presented with immersive, interwoven overlays of fabric reminiscent of refracting light and dancing geometry, triggering a dynamism between image and surface. Seams and stitches create a textured patina that grounds the work in its own physicality whilst bestowing considerable visual depth.

Using the tale of St. Veronica we can come to understand his investigations of image and carrier: Emperor Tiberius tasks Veronica with finding Jesus so that he might be cured of Leprosy. She finds him, but he is already en route to Golgotha. Out of sympathy she cleans the blood from his face with her veil and to her astonishment his image is imprinted on the cloth, even the cloth alone cures the emperor. The nature of this artefact is disputed, forming the basis of an investigation: Whether one can portray god, that god in this case allowed it or whether Jesus himself existed within the veil. For Doodeman, This “Vera-Icon” or “True-Image” is a turning point connecting opposites: image as illusion of reality and material itself. In weaving and patchwork image and carrier are indistinct, oscillating between the two: one foot in reality another in illusion.

Doodeman’s practice embodies a thirst for liminal moments, producing work in which these cusps can be felt: A moment of transportation between immersion in another reality as he adds colour and forms – to the moment the work becomes a window into it. Much like the mountain studies of the cubist Cézanne, his work involves perpetual reinvestigation of perception. As such, encountering his work leaves us in a dynamic state of examination, constantly discovering new relations, equations and proportions. Therefor, NON RADAR represents all that is untraceable, the negation of straightforward navigation developed through modernity. Consequently, Doodeman’s work invites speculation: from where are his forms derived?

The Zouaves presented in his drawings stem from those same characters represented by Van Gogh. They carry the “Zouave” non-identity, ascribed to those that support wars outside their country. These figures embody a similar unmooring of meaning, their amorphous allegiances not rooted in nation. Even the meanings of the flags under which they serve are formed contextually: One flag atop another represents a conflict of nations, displaying all flags at once is a sign of celebration. By the same token, Doodeman creates work that unravels and playfully contests that which was once stable, where footholds for contradictions coexist. Here through the act of looking, we examine ourselves as we traverse the vibrant crossroads he has laid.

Metafoor staat in het werk van Koen Doodeman centraal en fungeert als een hulpmiddel voor onze menselijke subjectiviteit. Doodeman’s werk verkent een verschuiving tussen de afbeelding en haar drager. Het onderzoekt de verdeling tussen het concrete symbool en de decoratieve abstractie, en de eventuele manieren waartussen een continue communicatie plaats kan vinden. Op deze manier creëert Doodeman werk dat ons bewust maakt van ons eigen mechanisme.

Oog in oog met de felle stroken van kleur, worden we geconfronteerd met door elkaar verweven overlappingen van stof, vergelijkbaar met brekend licht en dansende geometrie. Ze leggen de nadruk op de dynamiek tussen de afbeelding en het oppervlak. Naden en hechtingen creëren een tactiliteit die het werk een lichamelijkheid en een visuele diepte geven.

Het verhaal van St. Veronica kunnen we gebruiken om zijn onderzoek naar afbeelding en drager te begrijpen. Keizer Tiberius geeft Veronica de taak om Jezus te vinden, zodat hij genezen kan worden van lepra. Als Veronica Jezus vindt, is hij al en route naar Golgotha. Uit sympathie haalt ze het bloed van zijn gezicht met haar sluier en tot haar grote verbazing ziet ze zijn gezicht bedrukt in haar sluier, dat uiteindelijk alleen al de lepra van de keizer geneest. De aard van deze artefact wordt in twijfel getrokken, dat een onderzoek tot leven roept: mag men God afbeelden, heeft God het in dit geval toegestaan of bestond Jezus zelf binnen deze sluier? Deze Vera-Icoon of True-Image is voor Doodeman een keerpunt waarin hij tegenpolen verbindt: afbeelding als een illusie van de realiteit en het materiaal zelf.

In de verweven lapwerken van Doodeman zijn de afbeelding en de drager onduidelijk, schommelend tussen de twee: één been in de realiteit en de ander in de illusie.
Doodeman’s praktijk belichaamt een drang voor deze ongedefinieerde, maar aanwezige momenten waarin deze tussengebieden worden gevoeld: een moment van omkering in een andere realiteit op het moment dat hij kleur en vorm aanbrengt – naar het moment dat het werk er een venster naar wordt.

Net als de bergenstudies van de kubist Paul Cézanne, bevat zijn werk een eeuwige herontdekking van perceptie. Als zodanig laat het werk ons achter in een dynamische staat van ondervraging, constante ontdekking van nieuwe relaties, vergelijkingen en proporties. Hierom representeert NON RADAR alles wat onvindbaar is, de ontkenning van simpele navigatie in de moderniteit. Zodoende biedt Doodeman’s werk continu de uitdaging naar speculatie: waar komen deze vormen vandaan?

De Zouaves die te zien zijn in de serie tekeningen van Doodeman stammen af van hetzelfde karakter van het iconische schilderij ‘De Zouaaf’ van Vincent van Gogh. Ze dragen de zogenoemde ‘Zouave’ non-identiteit, toegeschreven aan hen die oorlogen ondersteunen in het buitenland. Deze figuren belichamen diezelfde onthechting van een vaststaande identiteit, hun vormloze loyaliteiten on-verbonden aan eigen natie. Zelfs de betekenis van de vlaggen waaronder zij dienden, zijn steeds context gebonden: één vlag bovenop een andere vlag representeert een conflict tussen naties, terwijl alle kleuren van alle vlaggen een vorm van feestelijkheid tonen. Bij ditzelfde kenmerk, creëert Doodeman werk dat ooit stabiel was, maar nu ontrafelt en speels betwist wordt en waar tegenstrijdigheid naast elkaar kan bestaan. Hier, door simpel te kijken en het in ons op te nemen, kunnen we onszelf bestuderen terwijl we het levendige pad bewandelen dat hij voor ons heeft gelegd.

Artworks

Artworks

Artists

Artists